In deze recensie stel ik het boek ‘The Island of Missing Trees’ (in het Nederlands ‘Het eiland van de verdwenen bomen’) uit 2021 van Elif Shafak voor.
Elif Shafak is in 1971 in Straatsburg geboren en van Turkse afkomst. Ze schrijft in het Turks en Engels en woont in Londen.
Ik kende de schrijfster nog niet. Ik had alleen haar naam ergens gelezen en dat ze vrij beroemd is. Dus heb ik spontaan een van haar boeken uit de bibliotheek meegenomen.
Inhoud:
Het boek draait om het liefdesverhaal van Defne en Kostas, twee tieners die hun liefde moeten verbergen voor hun families omdat Defne een Turks-Cyprioot is en Kostas een Grieks-Cyprioot.
Aan het begin van het boek is er een korte epiloog over de afscheiding van Cyprus en een vooruitwijzing naar de dood van twee belangrijke personages uit het boek.
Het boek begint in het heden en we maken kennis met Ada (Grieks voor ’eiland’), de 16-jarige dochter van Kostas. Beiden rouwen om het verlies van hun moeder/vrouw Defne. Terwijl Ada een incident op school verwerkt, bereidt Kostas een vijgenboom in de tuin op zijn winterrust voor. De twee krijgen bezoek van Meryem, de oudere zus van Defne, die een vreemde is voor Ada.
Het boek springt daarna terug naar 1974, wanneer Defne en Kostas een jong stel zijn en hun toevlucht zoeken in de taverne ‘The Happy Fig’, onder het toeziend oog van een statige vijgenboom. Het is ook het jaar waarin Cyprus wordt verdeeld in een zuidelijk Grieks deel en een noordelijk Turks deel.
Het boek schakelt heen en weer tussen deze twee tijdperken (en een derde), afgewisseld met extra verhaallijnen vanuit het perspectief van de vijgenboom.
Mijn favoriete personage:
Eigenlijk geen enkel …
Een mooie zin:
„Because in real life, unlike in history books, stories come to us not in their entirety but in bits and pieces, broken segments and partial echoes, a full sentence here, a fragment there, a clue hidden in between. In life, unlike in books, we have to weave our stories out of threads as fine as the gossamer veins that run through a butterfly’s wings.”
Wat ik ervan vond:
Taalkundig was het boek erg goed, in delen zelfs poëtisch. De passages over de geschiedenis van Cyprus en over plantkunde deden wel meer denken aan een non-fictie boek.
Na meer dan de helft was het verhaal echter min of meer uitgeput omdat het geen verrassingen meer bood. Als de verhaallijnen anders waren gestructureerd (misschien chronologisch?), zou het boek wellicht spannender geweest zijn.
Je kunt het vreemd vinden dat een vijgenboom een eigen vertelstem heeft, maar ik vond het wel overtuigend. Deze passages waren soms een beetje langdradig. Helaas bleven ook de personages wat vlak en clichématig.
Ik ben toch blij dat ik de schrijfster heb leren kennen en ik zal ook graag een tweede boek van haar lezen. Ik heb bovendien een aantal dingen geleerd over Cyprus (waarover ik voorheen nauwelijks iets wist).